Wendela Waller
page banner dag3.

Op en rond de Alpe di Seceda

Twee kansen op gouden foto's

Matthijs had zich voorgenomen om een time lapse van de zonsopkomst te gaan maken, dus zijn wekker ging vroeg. Het moet ergens rond 5:30 uur zijn geweest dat hij opstond. Ik had de avond ervoor al gezegd dat ik nog niet wist of ik hem zou vergezellen. Het leek me namelijk ook wel verstandig als mijn lijf nog wat langer zou uitrusten. Ik bleef dus nog even liggen.

Maar niet lang. Het begon al licht te worden... Ik was toch wakker... En toen kwam de herinnering aan gisteren langs, toen Matthijs geweldige foto's stond te maken terwijl ik alleen maar apathisch op een bankje kon zitten. We zouden hier maar twee nachtjes zijn, dus we hadden maar weinig kansen voor mooie foto's van de Seceda tijdens het gouden uur. Dus niet lang nadat Matthijs vertrokken was stond ik ook op, kleedde ik me warm aan en pakte ik mijn camera om hem buiten te gaan vergezellen.

Het gras was zeiknat van de dauw. Voor het jonge rode katje buiten was dat kennelijk geen enkel probleem, want nadat ik zijn miauwtjes had beantwoord met wat lieve mensenwoorden volgde het beestje me minutenlang, ondanks de korte pootjes en mogelijk een natte buik. Ik gokte welke plek Matthijs op het oog zou hebben voor zijn time lapse, maar had geen zin om om te lopen via het gravelpad. Ik koos een rechtstreekse route in die richting, door het natte gras diagonaal omhoog, met hier en daar een soort uitsparing in de helling alsof iemand z'n best had gedaan om er een trap in te maken. Het katje hupte vrolijk met me mee naar boven. Links van me zag ik de skilift. Zie je wel, ik loop hier gewoon een steile piste op, zei ik tegen mezelf. Dus dat ik dit zwaar vond lag dus niet aan mijn Hollandse balletbenen.

Time lapse in the making

Matthijs stond inderdaad een stukje hoger op een horizontale ondergrond met uitzicht op een kapelletje, hemelsbreed zo'n 100 meter van het hotel vandaan. Dat was een goede keuze, het was daar zó mooi... Rondom zag je bergen, daar tussenin steeds een dal. De glooiende grasmat op de berg waar wij op stonden, stak contrastrijk af tegen de ruige bergtoppen verder weg. We gebruikten het kapelletje als voorgrond om ons voor te bereiden op de zonsopkomst. De zon was ongetwijfeld al boven de horizon, maar het zou nog even duren voordat hij ook boven een berg uit zou komen. Terwijl Matthijs' camera op statief stond te klikken, gebruikten we om en om mijn camera om elkaar en de omgeving te fotograferen, en om geluidsopnames te maken die eventueel later onder de time lapse gezet zouden kunnen worden. Hoewel je ver weg wel wat zachte koeienbellen hoorde was er echter weinig boeiend geluid hier. Dus we maakten vooral heel veel foto's. Het gouden uur stelde namelijk niet teleur. De opkomende zon scheen nog van achter één van die bergen een zachtroze kleur op de rotsen en op de laaghangende wolken. In elk dal tussen de bergen hing nevel, en daar zag je de opkomende zon horizontaal doorheen schijnen.

No title

© Matthijs van Santen de Hoog

Zonsopkomst

"Here comes the sun, little darling!" Gauw je diafragma dichtknijpen om zo'n stralenkrans te maken.

Nadat we ons zo'n 2 uur lang hadden vermaakt met fotografie van de zon vond ik het wel tijd voor ontbijt. Matthijs wilde zijn time lapse nog even door laten lopen, dus ik liep in de eerste instantie in mijn eentje terug naar het hotel. Maar mijn man volgde snel, hoewel zonder camera. Die kon hij best even achterlaten op die verlaten berg, zo had hij besloten.

Het was rond 9 uur dat ik de nagenoeg volle eetzaal binnenstapte. Ik koos een tafeltje in de buurt van de typische tegelkachel. Gisteravond was ik hier maar kort geweest en had ik me natuurlijk vrij ellendig zitten voelen, dus nu pas viel me op hoe 'Oostenrijks' het eruit zag hier. Met van die stevige grenen meubels, een bank langs de volledige breedte van de muur, foeilelijke hanglampen boven de tafels en houtsnijwerk wandpanelen aan de muur. Aan de tafels zaten stellen en kleine gezinnen. En op het buffet was allerlei lekkers te vinden. Ik was blij dat het ook allemaal goed op de maag viel.

Tijdens het ontbijt bespraken we het plan voor de rest van de dag. We wilden sowieso nog naar de top van Seceda, en in de omgeving van het hotel zouden we wellicht ook nog mooi kunnen wandelen. Hoe toeristisch zou het hier zijn? Vanochtend buiten op de berg leek het wel uitgestorven, maar dit hotel leek volledig volgeboekt. En misschien zouden er wel heel veel mensen op de top aanwezig zijn in de middag, dat zou zonde zijn voor de foto's. Terwijl er gisteravond bij zonsondergang dan weer geen kip was daar. Het leek ons daarom verstandiger om de top opnieuw tijdens het gouden uur te bezoeken, en vanmiddag juist naar beneden te wandelen. Wie weet konden we vanmiddag dan meteen uitzoeken of de skilift op de helling nog in werking zou treden. Dat zou een flinke klim schelen.

Op vogeltjesjacht

Na een kort moment op de hotelkamer om daar de juiste kleding te kiezen voor een volgend fotografieavontuur, waren we alweer op pad met de camera's. De zon scheen en het werd al gauw te warm voor de jas, en kort nadat ik die in mijn tas had gepropt kon de trui met lange mouwen ook uit. Maar de warmte kon ook komen door de opwinding, want hoewel we nog weinig afstand hadden afgelegd vanaf het hotel legden we alweer heel snel de mooiste beelden vast.

Notenkraker

We hoefden namelijk helemaal niet ver te lopen om de eerste vogels te spotten. Daar waar het gravelpad smaller werd, meer omringd door begroeiing, daar waren ook meteen de beestjes. In het struweel zagen we een mixed flock van mezen foerageren (sowieso kuifmezen, koolmezen en pimpelmezen), te druk met dennenzaden verzamelen om ons gade te slaan. Ik spotte ook een goudvink met z'n dikke roze buik tussen de donkere bosjes, maar hij was schuwer. Op hoge takken van de grove dennen zaten notenkrakers die ik ook bij het vorige hotel had gezien. Door de vrijwel windstille lucht boven ons zweefden raven. En ergens om de hoek zag ik ineens een eekhoorn. Zoveel dieren hier had ik niet verwacht.

Eekhoorn

Iets verderop troffen we een open plek waar Matthijs zijn statief uitklapte voor een filmprojectje, terwijl ik me heerlijk met de mezen in de bosjes ging bezighouden. Hier trof ik een zwarte mees en een glanskop aan. Of was het toch een matkop...? En intussen: ogen op stokjes voor die goudvink, want een goede foto van hem maken was grandioos mislukt zojuist.

Helaas werd ik aangevallen door mieren en Matthijs meldde irritaties over de stemmen van luidruchtige wandelaars die steeds door het dal echoden. Die goudvink was ook niet meer teruggekeerd. Dus we besloten weer door te lopen. Aan het einde van het veld troffen we een helling met daarop een troepje paarden die daar heel fotogeniek stonden te zijn. Daar besloten we weer een stukje terug te lopen, want ik wilde nog een panorama maken.

Nog maar een mooie panorama dan
Nog maar een mooie panorama dan

We hadden ons alweer urenlang vermaakt toen we voelden dat het eigenlijk allang lunchtijd was geweest. Via Google Maps vonden we vrij dichtbij een restaurantje, ongeveer daar waar de skilift startte die verderop langs ons hotel liep. Daar aten we op het terras hausgemachte Schlutzkrapfen (ravioli), een hamburger met frietjes en gedeeld bordje kaiserschmarrn toe. Ik had er een groot glas himbeer limonade bij. Op de achtergrond speelde, gelukkig niet al te luid, Oostenrijkse hoempamuziek.

Op onze weg terug naar het hotel troffen we opnieuw een bosje vol mezen aan. We grepen onze kans om ze nu echt goed op de foto te zetten. En dat lukte! Ondanks dat er weinig licht was in het struikgewas en die beestjes supersnel bewogen, maakten we allebei wel één of twee foto's waar we tevreden mee waren. Zo leuk!

Kuifmees

Quest to the top

Na een klein uurtje uitrusten op onze hotelkamer begonnen we aan de laatste queeste voor deze dag: de klim naar boven voor foto's van de goudkleurige zonneschijn op de top van de Seceda. We gaven onszelf daar ongeveer een uur de tijd voor. We hadden teruggerekend dat we uiterlijk 18:30 uur op de top moesten staan, omdat de zon rond 19 uur onder zou gaan. Liefst waren we al om 18 uur daar, want dan heb je nog even tijd voor alle voorbereidingen. Matthijs moest me wel even motiveren want we waren ook wel heel relaxt aan het chillen op dat moment. En de skilift op de berg had de hele dag stil gestaan, dus we moesten toch echt op eigen kracht naar boven gaat.

Exact om 17 uur stapten we het hotel uit en startte onze wandeling naar de top. En toen was het aftellen, zowel de tijd als de hoogtemeters. Vóór ons een kronkelend gravelpad dat je noodgedwongen moest gebruiken, want in één rechte lijn was het stijgingspercentage simpelweg te hoog. Achter ons, vanuit het dal, rolde intussen een dik wolkenpak langzaam naar boven. We stopten zo nu en dan voor foto's of om te checken of we nog steeds op de slimste route zaten. En daarna was het weer doorbikkelen, want wolken of geen wolken: om 18u wilden we klaar staan met de camera's.

De top van de Seceda
De top van de Seceda

Precies een uur later bereikten we ons doel. Helaas was de zon achter een dik pak wolken verdwenen, maar dat maakte het uitzicht niet minder spectaculair. Helemaal aan het einde kon je over het randje kijken - bibberbenen gegarandeerd want de afgrond was indrukwekkend. Er stonden wat palen die in de winter waarschijnlijk het hek vormen die het begin van de piste markeert. Nu hing er slechts een slap draadje aan. Daar achter dus een griezelige diepte. Je zag er wel mooie kleuren in de aardlagen daar beneden, en keek je op, dan kon je ver kijken op het landschap achter deze berg. Als je je dan omdraaide en het dal in keek waar we uit kwamen, zag je gewoon een piste. Een vrij saai, schuinaflopend grasveld. Maar keek je vanaf dit punt opzij, dus in het verlengde van de rand van de afgrond, dan zag je de enorme scheur in de aardkorst. Dit was de bekendste plek op de top, waar talloze andere toeristen en fotografen al eerder de mooiste foto's hadden gemaakt. En ondanks dat de wolkpartij die uit het dal was komen drijven roet in het gouden uurfeestje had gegooid, was het uitzicht hier toch heel vet.

Een scheur in de aarde
Een scheur in de aarde
dat ben ik daar

De volgende drie kwartier waren we zoet met fotografie. We zetten elkaar in als model, om zo goed de verhouding te tonen tussen mens en de grootsheid van de omgeving. Ik had daar overigens wel wat moeite mee, want Matthijs' instructies waren dat ik dichter bij het randje moest gaan staan. We stonden op best een afstand van elkaar, en hij riep dus steeds dingen als "nog iets naar achter! Nog iets naar links!" en ik riep dan terug: "No way, ik ga NIET verder!" En toen hij aan de beurt was als model vond ik juist dat hij veel te dicht bij het randje ging staan. Het liefst wilde ik dan ook zo snel mogelijk klaar zijn met mijn shoot van hem. Ik moet zeggen dat ik daardoor ook iets te haastig te werk ging en uiteindelijk niet de beste foto's maakte. Maar ja. Ik heb in elk geval wel een gezonde angst voor de dood, laten we maar zeggen.

Matthijs fotografeert de Seceda
Matthijs fotografeert de Seceda

Toen het begon te schemeren was ik er wel klaar mee. Het was ook koud geworden. En laat. We hadden aan de mevrouw van het hotel gevraagd of we nog iets konden eten als we laat terug zouden komen van onze wandeling, en zij had ons gezegd dat ze wel wat voor ons kon betekenen. Tijd om huiswaarts te keren dus! We volgden ongeveer dezelfde kronkelige route terug naar beneden, maar oh, wat is het fijn om de zwaartekracht in je voordeel te hebben. Zeker omdat het al snel donker begon te worden. En dan wil je eigenlijk nog maar één ding: zo snel mogelijk thuiskomen.

Omdat de keuken en de eetzaal al gesloten waren mochten we aan een tafel tegenover de bar plaatsnemen. Om ons heen hing en stond er kerstversiering alsof ze hier jaarrond in de wintersferen waren. De hotelieres kon ons alleen nog "eine kalte Platte" serveren, een plank vol rauwe spek en gerookte ham, maar gelukkig kregen we er ook weer zo'n verrukkelijke Italienische Gemüsesuppe bij. En een groot glas bier, wat natuurlijk extra genieten is na zo'n prestatie. Naast al dat vlees was er ook kaas, brood en van die knapperige kruidige crackers waar ik gisteren wat brokjes van had gegeten. Schüttelbrot heet dat, vond ik later via Google, een soort "krokant platbrood" gekruid met karwij of venkel of anijs. Je breekt je gebit er wel op want het is keihard. Maar wel lekker met een dikke plak kaas erop. Dankbaar voor het eten en blij dat de queeste geslaagd was geweest gingen we uiteindelijk naar bed. Het was een mooie dag geweest!

Bergvoer na onze quest to the top