Onions have layers, Ogres have layers en Don't Look Up heeft meerdere lagen. Met lagen bedoel ik dan verschillende perspectieven om naar deze Netflix-hit te kijken. En één van die lagen lijkt, ondanks de gigantische media-aandacht die de film gekregen heeft, tot dusver gek genoeg nergens aandacht te krijgen. Daarover straks meer.
De komeet als metafoor
Natuurlijk kun je de komeet zien als een metafoor voor de klimaatcrisis. Net als in de film steken we massaal onze kop in het zand, ondanks het overweldigende bewijs dat onmiddellijk keihard actie ondernemen de enige rationele optie is. Maar geconfronteerd met zo’n existentiële dreiging volgt massale cognitieve dissonantie. Zulk slecht nieuws willen mensen niet horen. En zéker niet als het betekent dat we ons gedrag ingrijpend zullen moeten veranderen om de ramp nog enigszins beheersbaar te houden. De mentale barrières die we opwerpen zijn inmiddels bekend. Ontkenning, bagatellisering, omdraaiing, apathie en natuurlijk complottheorieën: alles haalt ons brein uit de kast om je eigen verantwoordelijkheid maar af te houden. Dit alles zit heel goed in de film verwerkt.
Is there really a comet?
Met hetzelfde gemak kun je de parallel trekken met de coronapandemie, hoewel naar verluidt het script al ruim vóór de pandemie geschreven is. Het ligt daarom meer voor de hand dat deze film in eerste instantie gaat over ons handelen met betrekking tot klimaatcrisis. Maar in feite maakt het ook niet uit: zowel de klimaatcrisis als coronapandemie leggen dezelfde irrationele en nare kanten van mens en maatschappij bloot. Van bagatelliseren tot ontkennen, van politiseren tot wegkijken, van misinformatie tot complottheorieën: regisseur Adam McKay confronteert ons met ons onvermogen een crisis in de ogen te kijken, de wetenschap serieus te nemen en vervolgens tot de noodzakelijke actie over te gaan.
Don't Look Up doet precies wat een dark comedy moet doen: alles wat lelijk is aan ons en onze samenleving zichtbaar maken. Je moet er in eerste instantie om lachen want het is in een jasje van humor. Maar eigenlijk moet je huilen. Zeker als McKay je tussen het verhaal door korte shots laat zien van wat er op het spel staat: de prachtige natuur van planeet aarde en al haar bijzondere levensvormen. Ik heb tijdens het kijken ook vele momenten ervaren dat het huilen mij nader stond dan het lachen. Want was het allemaal maar fictie.
Pijnlijk non-fictioneel
De parallellen met de werkelijkheid zijn immers pijnlijk non-fictioneel. Neem de karakters Dr. Randall (Leonardo DiCaprio) maar vooral PhD studente Kate Dibiasky (Jennifer Lawrence), de wetenschappers die de wereld proberen wakker te schudden dat de aarde binnen zes maanden getroffen zal worden door een komeet. En ik zeg proberen want de boodschap komt vanaf het begin af aan nauwelijks over: ze worden niet serieus genomen, mensen betwijfelen hun gegevens en mensen beginnen te gapen als er wetenschappelijk jargon wordt gebruikt. Klimaatwetenschappers herkennen zich helaas maar al te goed hierin en de waanzin en eenzaamheid waar ze op dagelijkse basis mee te maken hebben. We leven al geruime tijd in een wereld waarin het heel normaal is om wetenschappers te wantrouwen
Of wat dacht je van de president (Meryl Streep) die haar eigen zoon als chief advisor heeft aangesteld, feiten direct verwerpt als ze haar niet uitkomen, via propaganda en misinformatie de werkelijkheid 180 graden omdraait en überhaupt niet handelt in het belang van burgers maar enkel populisme nastreeft. Dit is geen parodie op Trump, dit is precies Trump.
Of neem de tech-miljardair, een soort mix van Mark Zuckerberg, Elon Musk en Steve jobs (briljant gespeeld door Mark Rylance) die enerzijds door hebzucht anderzijds door megalomane motieven gedreven lijkt, maar in elk geval zeker niet door het maatschappelijk belang. Een Asperger-achtig type dat zijn nieuwste smartphones op messiaanse wijze presenteert, ondertussen niet schuwt zijn marketingmachine op jonge kinderen te richten. En wiens smartphones ons in slaap sussen met filmpjes van een puppy op een kip als het OS detecteert dat we ons depressief voelen. Puppy-filmpjes als drug soma uit Brave New World.
En dan hebben we nog het karakter van millennial Yule (Timothée Chalamet) die er wel uitziet als een activist maar nergens om geeft, een nihilist die zich afzondert en uiteindelijk vooral met zichzelf bezig is.
Maar misschien wel het meest verontrustend on-fictioneel is hoe de talkshow The Daily Rip het nieuws behandelt. De wetenschappers worden weliswaar uitgenodigd om hun verhaal te doen maar pas na de interessantere roddels over de liefdesrelatie van een celebrity couple.
Als de aanstaande destructie van de planeet dan eindelijk aan bod komt maken de hosts het duidelijk dat het wel een beetje leuk moet blijven. Die stompzinnige luchtigheid, het weglachen: het is al te herkenbaar, ook in Nederland. Zelfs bij onze eigen minister-president die, wanneer het gaat over klimaatverandering, dingen zegt als “olympisch kampioen klimaat” maar ook dat het “wel haalbaar en betaalbaar” moet blijven en dat we natuurlijk ook “lekker moeten kunnen blijven barbecueën”. Wie ons vervolgens wijst op het krankzinnige van die luchtigheid, de noodklok luidt en zegt waar het op staat (Jennifer Lawrence die uitroept: “Are we not being clear? We’re all 100% for sure gonna fucking die!”) wordt geridiculiseerd. Weggezet als een drammer. Dan mag je de studio verlaten want dan ben je niet meer zo gezellig.
Alles verwordt tot vermaak
McKay houdt ons een spiegel voor. Wat we zien in de reflectie is een surrealistisch moeras waarin, ondanks de dreiging van een catastrofe, iedereen vooral in zijn eigen belang opereert en alle krachten in de samenleving de status quo behouden. Politici streven naar macht, media brengen ons enkel wat goede kijkcijfers oplevert en wij als burgers zijn gepreoccupeerde consumenten van entertainment. Vermaak is wat ons bezig houdt. En alles wordt daarom tot vermaak gemaakt. Of het nu de talkshow is, het grootst opgezette benefietconcert of de vele memes op social media. Vermaak als thema zit diep verweven in de hele film.
En dan is de cirkel rond. Want tijdens het kijken daalt de ironie langzaam in: Don’t Look Up is ten slotte óók vermaak. In optima forma. De echte inconvenient truth is dus dat een blockbuster op Netflix ons meer boeit, en betere kijkcijfers haalt, dan de presentatie van het IPCC rapport van afgelopen van jaar. De film is daar heel zelfbewust in, refereert er zelfs letterlijk naar: dat er ook een blockbuster gemaakt gaat worden over de destructie van de planeet, mét een sterrencast.
Hoe meta wil je het hebben?
Als je met dit perspectief naar de film kijkt wordt hij alleen maar beter. De bombastische sfeer, de over-the-top scènes, de uitgebreide marketingcampagne van Netflix over deze film en de sterrencast (Leonardo DiCaprio, Jennifer Lawrence, Meryl Streep, Cate Blanchett, Mark Rylance, Jonah Hill en Timothée Chalamet) krijgen zo ineens extra betekenis. Een beetje zoals het extreme geweld en de slechte clichés van Starship Troopers betekenis krijgen als je die film bekijkt in het licht van nazipropaganda.
De meningen onder filmcritici zijn ondertussen flink verdeeld. Veel gehoorde kritiek (zie bijvoorbeeld die van The Guardian) is dat de boodschap, hoezeer deze inhoudelijk ook onderschreven wordt, te zeer in your face is. De film zou te zelfbewust zijn. Ik ben het hier niet mee eens. Het klopt, Don't Look Up is geen subtiele film. Maar bekijk de film in het licht van die zelfverwijzing en wordt ineens briljant: dan moet het ook bombastisch zijn, met een groot budget, goede marketing en een sterrencast. Dat klopt dat ineens.
Zo bezien is Don't Look Up misschien wel beter dan Dr. Strangelove want Don't Look Up bekritiseert niet alleen de mensheid maar ook zichzelf als medium om de boodschap te brengen. Hoe ziek is het eigenlijk dat we geïnteresseerder zijn in Leonardo DiCaprio dan in de toekomst van het leven op aarde? Laten we hopen dat deze film daar iets verandering in kan brengen, al is het maar een beetje.
P.S.: Bij het kijken van de film moest ik heel erg denken het briljante conceptalbum Amused to Death van Roger Waters die in 1992 al net zo’n scherpe kritiek geeft op entertainment en de overweldigende manier waarop televisie ons leven beïnvloedt.